Vrijdag | Infectiepreventie

Infectiepreventie

Infectiepreventie 
Vandaag staat in het teken van infectiepreventie. Infectiepreventie speelt een belangrijke rol in het bestrijden van antimicrobiële resistentie. Als infecties voorkomen worden hoeft er minder antibiotica voorgeschreven te worden. Ook kan hygiënisch werken en het naleven van infectiepreventiemaatregelen de verspreiding van resistente micro-organismen voorkomen. 

Infectiepreventie begint met basishygiëne. Sinds COVID weet heel Nederland hoe belangrijk het is om je handen regelmatig en goed te wassen. Maar wat valt er eigenlijk nog meer onder basishygiëne? Weet je ook wanneer je handhygiëne moet toepassen? En hoe was je je handen volgens protocol? Door goede infectiepreventie voorkom je (verspreiding van) infectieziekten. Op deze pagina vind je praktische tips, filmpjes, wetenschappelijke artikelen en andere informatie over infectiepreventie. 

Podcast ‘Handsfree' - hygiënisch werken met tablet en smartphone

Voor: Zorgmedewerkers die tijdens hun werk een smartphone of tablet gebruiken.

In de podcast “Handsfree” spraken deskundige infectiepreventie Charlotte Michels en wijkverpleegkundige Yves Bovens over hygiënisch werken met elektronische middelen tijdens het werk. Veel verzorgenden en verpleegkundigen zijn vanuit de werkgever verplicht om onder werktijd een smartphone of tablet te gebruiken. En dat terwijl je met mobiele communicatiemiddelen een heleboel micro-organismen verplaatst die schadelijk kunnen zijn voor de cliënt. Landelijke richtlijnen zullen er naar alle waarschijnlijkheid niet snel komen.

Klik hieronder of hiernaast om de podcast te beluisteren!

Webinar: "De toekomst van infectiepreventie en de veranderingen in de thuiszorg"

Voor: Thuizorgmedewerkers en bestuurders van thuiszorgorganisaties

Tijdens het webinar ‘De toekomst van infectiepreventie en de veranderingen in de thuiszorg’ bespraken we de gevolgen van de nieuwe zorgplannen voor de thuiszorgorganisaties. Ook keken we naar de huidige situatie en het toekomstbeeld van infectiepreventie in deze sector. Dit werd gedaan door middel van een rondetafelgesprek. 

Wil je het webinar terugkijken? Kijk dan hiernaast of klik hieronder. 

Persoonlijke hygiëne 

Ziekteverwekkers kunnen zich verspreiden door persoonlijk contact tussen patiënten/cliënten en zorgverleners. Een goede persoonlijke hygiëne helpt hierbij. Daarom is het belangrijk dat je: 

  • geen hand- of polssieraden draagt 
  • in je elleboog hoest of niest, niet in je handen 
  • geen lange nagels hebt, en geen nagellak of kunstnagels draagt (hier blijven meer bacteriën op achter) 
  • haar in een staart of opgestoken draagt, tenzij het kort is 
  • korte mouwen draagt (tijdens contact met een cliënt) 
  • bij wondjes of ontstoken piercings dit afdekt met een niet vochtdoorlatende pleister. 

Handhygiëne 
Het is belangrijk om op de juiste momenten je handen te desinfecteren of te wassen. In principe desinfecteer je altijd je handen met handalcohol. Behalve als je handen zichtbaar vuil of plakkerig zijn, na het snuiten van de neus of na een toiletbezoek, dan moet je ze altijd wassen met water en zeep. In handalcohol zitten terugvettende bestanddelen die ervoor zorgen dat je huid soepel blijft.  De 5 momenten van handhygiëne zijn: 

  1. vóór contact met de cliënt/patiënt.
  2. na contact met de cliënt/patiënt.
  3. na contact met de omgeving van de cliënt/patiënt.
  4. na contact met lichaamsvloeistoffen.
  5. vóór schone of steriele handelingen. 

Persoonlijke beschermingsmiddelen 
Als een patiënt/cliënt drager is van bijzonder resistente micro-organismen (BRMO) wil je verspreiding naar andere patiënten/cliënten voorkomen. Dit doe je door tijdens de zorgverlening persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Hiermee voorkom je dat jouw kleding of handen besmet raken. Het verschilt per BRMO welke maatregelen je moet nemen. Weet jij wanneer je een schort met lange mouw aan moet of wanneer een halterschort voldoende is? Je vindt al deze informatie in de protocollen van www.publiekzipnet.nl. 

InfectiePreventie App (IPA) 
Het uitvoeren van audits is een manier om in kaart te brengen hoe het ervoor staat met de infectiepreventie in een zorginstelling. Het doel van een audit is altijd het verbeteren van infectiepreventie en zo patiënten en medewerkers beschermen. 

Met de IPA kun je eenvoudig en eenduidig auditgegevens verzamelen. Zo verschijnt er met één druk op de knop een rapportage van de audit die je hebt uitgevoerd. Ook kun je de resultaten van verschillende audits met elkaar vergelijken. 

Wil je binnen jouw zorginstelling audits uitvoeren en deze gegevens eenvoudig verzamelen? Download de gratis InfectiePreventie App (IPA) en ga aan de slag met infectiepreventie audits voor verschillende zorgsectoren. Lees meer 

Op 26 september wordt er een webinar georganiseerd over deze app voor de langdurige zorg. Meer informatie hierover, en het aanmeldformulier, kan gevonden worden op deze website.

Serious game Infectionary 
Infectionary is een serious game bedoeld voor verpleegkundigen en verzorgenden in verpleeghuizen, woonzorgcentra en kleinschalige woonvormen en verpleegkundigen en verzorgenden in de thuiszorg. 

De game vergroot de kennis over hygiëne en infectiepreventie. Ook draagt deze leermethode bij aan gedragsverandering bij medewerkers. Hierdoor vergroot je de patiënt/cliëntveiligheid binnen zorgorganisaties. Lees meer.

Online lespakketten 
Leer je liever vanuit thuis? Bekijk dan onderstaande lespakketten, met volop handige tips, posters, instructiekaarten en filmpjes: 

Tools Infectiepreventie en hygiëne | Zorg voor Beter
Zorg voor Beter, het kennisplein voor verpleging, verzorging, zorg thuis en eerste lijn, maakte verschillende tools over infectiepreventie en hygiëne. Bekijk de tools hier. 

Informatie vanuit het RIVM

Klik op een onderwerp voor meer informatie!

Surveillance van ziekenhuisinfecties is een hoeksteen van infectiepreventie en een basis voor kwaliteitsverbetering. De resultaten worden gebruikt voor verbeterprogramma’s waarvan de effectiviteit vervolgens binnen de surveillance kan worden gemonitord. De uitvoering van surveillance gebeurt op dit moment nog veelal handmatig en is daarmee arbeidsintensief en foutgevoelig. Om deze redenen en met de beschikbaarheid van routinematig vastgelegde zorggegevens uit elektronische informatiesystemen wordt er binnen het PREZIES project al lange tijd gewerkt aan het automatiseren van deze surveillance. Dankzij automatisering van de surveillance wordt de werklast voor de uitvoering van de surveillance verlaagd en de standaardisatie in de uitvoering en daarmee kwaliteit en vergelijkbaarheid van de surveillanceresultaten verhoogd. Bovendien kan de bespaarde tijd worden besteed aan monitoring van meer surveillancedoelen ter verbetering van kwaliteit van zorg in de ziekenhuizen, of voor andere taken van de infectiepreventie in de ziekenhuizen. In 2022 is een vijftal ziekenhuizen gestart met de implementatie van het project PAS ORTHO, een module voor semi-geautomatiseerde surveillance van postoperatieve diepe wondinfecties na heup- en knieprotheseplaatsing.

PREZIES Automatisering Surveillance: POWI ORTHOpedie (PAS ORTHO) | RIVM

De afgelopen jaren nam in Nederland de vraag naar thuiszorg steeds verder toe. Daarnaast neemt de zorglast toe door complexere handelingen, sneller ontslag uit ziekenhuizen en langer thuiswonende cliënten met meer co-morbiditeit. Cliënten zijn daardoor kwetsbaar en het risico op transmissie van methicillineresistente Staphylococcus aureus (MRSA) en andere bijzonder resistente micro-organismen (BRMO) is groter. Transmissie van MRSA in de thuiszorg in Nederland is al eerder beschreven. Wereldwijd neemt de prevalentie van MRSA en andere BRMO toe en de verwachting is dat dit ook in Nederland gaat gebeuren. Het is daarom belangrijk om ook in Nederland inzicht te krijgen in wat er nu speelt in de thuiszorg en wat er leeft onder de zorgverleners.

In een recent artikel in het Infectieziekten Bulletin beschrijven we casuïstiek over MRSA- en andere BRMO-clusters in de thuiszorg, waarbij de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) betrokken is geweest. Vanuit deze casuïstiek zijn mogelijke knelpunten in de bestrijding geïnventariseerd. De knelpunten lagen op verschillende gebieden: de woonsituatie, de organisatie van de zorg, richtlijnen, verantwoordelijkheid, financiën, MRSA-eradicatie en kennis. In het artikel geven we verder een korte samenvatting van een oriënterende risico-inventarisatie, waarin benadrukt werd dat zorgverleners in een instelling voor langdurige zorg regelmatig (thuis)zorg leveren aan zowel de verpleeghuisbewoner als de zelfstandig wonende cliënt met thuiszorg. Hierdoor komen de risico’s op transmissie van BRMO binnen een instelling voor langdurige zorg en de thuiszorg dichter bij elkaar. Voorts werd benoemd dat de informatie-uitwisseling over vastgesteld BRMO-dragerschap soms bemoeilijkt werd, als kweekuitslagen nog niet bekend waren op het moment van ontslag uit het ziekenhuis. Het kon dan onduidelijk zijn bij wie de verantwoordelijkheid lag om de thuiszorg en huisarts te informeren.

De beschreven knelpunten zijn aandachtspunten voor de bestrijding van toekomstige MRSA- en andere BRMO-clusters in de thuiszorg. Hierin zal de samenwerking van thuiszorgorganisaties, gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD), deskundigen infectiepreventie (DI), artsen-microbioloog, regionale zorgnetwerken antibioticaresistentie en de LCI belangrijk blijven. Vooral bij complexe clusters die zich niet tot één organisatie over één regio beperken en waar adviezen op maat gegeven worden. Daarnaast is recent de werkgroep voor de thuiszorg opgestart vanuit het Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (SRI), waardoor een nieuwe richtlijn voor de thuiszorg in het verschiet ligt. Bekijk het volledige artikel in het Infectieziekten Bulletin.

Verder hebben we recent een focusgroep onderzoek gehouden onder zorgverleners in de thuiszorg, waarvan wij hieronder de voorlopige resultaten beschrijven. Zorgverleners gaven over het algemeen aan antimicrobiële resistentie (AMR) een belangrijk onderwerp te vinden, alsook de zorg voor cliënten die een BRMO bij zich dragen. Vrijwel alle zorgverleners hadden vertrouwen in de infectiepreventiemaatregelen om transmissie van BRMO te voorkomen, als zij goed werden toegepast. Veel zorgverleners gaven aan persoonlijke beschermingsmiddelen wel oncomfortabel te vinden, maar dit niet te ervaren als een probleem of belemmering in het uitvoeren van hun werkzaamheden. Wel werd aangegeven dat de eigen woonomgeving van de cliënt de nodige uitdagingen met zich meebracht als het gaat om het op de juiste manier toepassen van infectiepreventiemaatregelen zoals beschreven in de richtlijnen. Enkele adviezen waren soms praktisch niet haalbaar. Daarnaast werd benoemd dat de informatie-uitwisseling over BRMO-dragerschap niet altijd (tijdig) plaatsvond, waardoor infectiepreventiemaatregelen soms niet of te laat werden toegepast.  Dit was veelal het geval na een recente ziekenhuisopname, maar soms ook na een huisartsenbezoek. Ook de patiënt was niet altijd (even goed) op de hoogte van het BRMO-dragerschap en/of de consequenties in de thuissituatie. Tot slot werd aangegeven dat er behoefte is aan meer scholing over AMR en BRMO-dragerschap, enerzijds om de bewustwording te vergoten onder zichzelf en andere collega’s, anderzijds om beter geïnformeerd te zijn om ook de cliënt de juiste voorlichting te kunnen geven.

Bovengenoemde informatie en ook onze aankomende onderzoeken naar de informatie-uitwisseling over BRMO-dragerschap onder zorgverleners en in de huisartsenzorg, zullen inzicht geven in de impact van AMR op de extramurale zorg. Gezien de toekomstige ontwikkelingen in de gezondheidszorg ̶ met een toenemende vraag naar thuiszorg ̶ en in de epidemiologie ̶ met een te verwachten toename van dragers van BRMO ̶ is het belangrijk om beter te begrijpen wat er op dit moment speelt in Nederland, waarbij de perspectieven en behoeften van zorgverleners essentieel zijn. Hiermee kunnen wij suggesties bieden om (goede) zorg voor BRMO-dragers te blijven borgen en daarnaast transmissie en verspreiding van BRMO in Nederland te voorkomen.

Het RIVM heeft in samenwerking met het Radboudumc een nieuw PhD-traject gestart over ‘BRMO-dragerschap in de gehandicaptenzorg’.

In Nederland hebben we in grote delen van de zorg zicht op de verspreiding en impact van resistente bacteriën. Over antimicrobiële resistentie in de gehandicaptenzorg is echter nog weinig bekend. De gehandicaptenzorg is erg divers, en de mate van de problematiek dus ook niet overal even groot. Wel zijn er omstandigheden met hoger risico aan te merken, te weten (medische) kinderdagcentra (KDC), cliënten met licht verstandelijke beperking (LVB) en cliënten met ernstige meervoudige beperking (EMB). Ook het feit dat medewerkers vaak niet of onvoldoende geschoold zijn op gebied van ABR en infectiepreventie brengt risico’s met zich mee.

Het doel van dit project is ten eerste het in kaart brengen van antimicrobiële resistentie en dragerschap in de gehandicaptenzorg op drie aspecten: (1) impact van antimicrobiële resistentie op medewerkers en cliënten, (2) antibioticagebruik binnen deze sector en (3) vóórkomen van resistentie, zorginfecties en dragerschap. Het tweede doel van dit project is het ontwikkelen van een passende interventie om gevonden problemen te adresseren op basis van de voorgaande onderzoeken binnen de drie aspecten.

Het onderzoek is gestart in januari 2023. Mocht u meer willen weten over dit onderzoek, neem dan contact op met Renske Eilers, renske.eilers@rivm.nl

Bron afbeelding: Federatie Medisch Specialisten (FMS)

Van WIP naar SRI

Voor iedereen die in de zorg werkt of zorg ontvangt, is infectiepreventie belangrijk. Richtlijnen vormen de basis voor zorgprofessionals om infectiepreventiemaatregelen goed en verantwoord uit te voeren.

Het Samenwerkingsverband Richtlijnen infectiepreventie is in 2021 begonnen als vervolg op de Werkgroep Infectiepreventie (WIP) die in 2017 ophield te bestaan. SRI is een samenwerkingsverband van 8 partijen, namelijk Federatie Medisch Specialisten (FMS), Stichting Kwaliteitsimpuls Langdurige Zorg (SKILZ), RIVM, VHIG, NVZ, NFU, ActiZ en Zorgthuisnl.

Starten in de pandemie

SRI startte in 2021 middenin in de COVID-19 pandemie. Enerzijds was het lastig om werkgroepen voor richtlijnontwikkeling te activeren. Hiervoor werden zorgprofessionals gezocht die ook al te maken hadden met extra werk of een verhoogde werkdruk voor het bestrijden van de pandemie. Anderzijds kwam door de pandemie het belang van infectiepreventie en actuele richtlijnen duidelijk bovendrijven.

Zowel in 2021 als in 2022 zijn er 12 richtlijntrajecten opgestart. In totaal ontwikkelt SRI ongeveer 60 richtlijnen in de periode 2021-2025.

Op de website van SRI, www.sri-richtlijnen.nl kun je de planning voor de komende jaren vinden en de stand van zaken van de richtlijnen die nu ontwikkeld worden. Vragen over de inhoud van de richtlijnen of over SRI kun je stellen via het algemene emailadres van het SRI:  info@sri-richtlijnen.nl

Jaarlijks symposium

Het SRI organiseert ieder najaar een symposium rondom een thema wat betrekking heeft op richtlijnen over infectiepreventie. Op 29 september 2022 was het symposium in Tivoli Vredenburg voor ongeveer 280 deelnemers met het thema “Van papier naar praktijk”. Centraal stond de vraag ‘hoe zorg je dat kennis uit de infectiepreventierichtlijnen goed beklijft bij gebruikers?’

Bekijk een verslag en foto-impressie van het symposium op SRI-richtlijnen.nl

Hoe vaak komen infecties voor in verpleeghuizen? Vanaf september 2022 staan de incidentiegrafieken van een aantal infecties op de website van SNIV, zie Incidentie in grafieken | RIVM

De deelnemende verpleeghuizen registreren wekelijks het aantal infecties (Gastro-enteritis, IAZ, Lage luchtweginfecties, COVID-19, urineweginfecties en huidinfecties veroorzaakt door schimmels) dat voorkomt in hun organisatie. In de nieuwsbrief van SNIV staan altijd de grafieken met de incidenties van deze infectieziekten weergegeven. Vanaf nu staan deze grafieken ook op de website van SNIV, zie de onderstaande figuur van urineweginfecties als voorbeeld. Deze grafieken worden op de eerste maandag van de maand bijgewerkt. Rechts in de grafieken staat een icoontje waarmee de grafiek gedownload kan worden, evenals de data waarmee de grafiek is gemaakt.

We hopen dat de verpleeghuizen met deze grafieken en data het infectiepreventiebeleid in de instelling kunnen ondersteunen en dat ze de regionale zorgnetwerken inzicht geven in het voorkomen van infecties. Mocht u nog vragen of opmerkingen hebben, neemt u dan gerust contact op met sniv@rivm.nl

Hieronder de links die rechtstreeks naar de grafieken leiden:

Incidenties van Gastro-enteritis, Urineweginfecties en Huidinfecties | RIVM

Incidenties van Influenza-achtig ziektebeeld, Lage luchtweginfecties en COVID-19 | RIVM

Incidenties van Mortaliteit, COVID mortaliteit | RIVM

Goede handhygiëne op de juiste momenten uitgevoerd is een bewezen effectieve handeling om infecties bij cliënten in verpleeghuizen te voorkomen. Met de handhygiëne module van SNIV kunnen verpleeghuizen de handhygiëne naleving verbeteren. De handhygiëne module bestaat uit 5 onderdelen;

  1. Compliance (naleving) van handhygiëne meten om de uitgangssituatie te bepalen (ruimte voor verbetering inzichtelijk maken)
  2. Bevorderende en belemmerende factoren ten aanzien van handhygiëne in kaart brengen
  3. Een verbeterprogramma (interventie) uitvoeren dat rekening houdt met de gemeten bevorderende en belemmerende factoren
  4. Compliance (naleving) van handhygiëne meten om het effect van de verbeterstrategie te meten
  5. Terugkoppeling van de resultaten en plan van aanpak voor verdere stappen

Uitgangspunt van de SNIV-handhygiëne module zijn de 5 momenten van handhygiëne van het WHO-programma ‘my 5 moments of handhygiëne’.

Voor deze module zijn materialen ontwikkeld die gebruikt kunnen worden voor educatie maar ook als reminder voor het uitvoeren van handhygiëne. De materialen zijn nu te downloaden via Toolkit Handhygiëne verpleeghuizen (SNIV) | RIVM

X